Er was eens een beer die in een groot bos woonde. Hij was eenzaam en verveeld. Op een dag besloot hij om op reis te gaan en de wereld te zien.
Onderweg kwam hij een jongetje tegen dat ook alleen was. Hij zag de beer en was eerst bang, maar toen zag hij dat de beer vriendelijk was. De beer zag het jongetje en was nieuwsgierig, want hij had nog nooit een mens gezien.
Het jongetje vertelde de beer dat hij op zoek was naar een plek waar hij gelukkig kon zijn. De beer zei dat hij dat ook wilde en stelde voor om samen te reizen. Het jongetje stemde toe en zo begon hun avontuur.
Ze reisden door vele landen en zagen vele wonderen. Ze ontmoetten veel andere dieren en mensen. Ze hielpen elkaar in moeilijke situaties en leerden van elkaar. Ze lachten en speelden en genoten van elke dag.
Einde.